Onlangs zat er in een van mijn trainingen een deelnemer met een zwaar Fries accent. Hij woonde, als begin-twintiger, nog thuis bij zijn ouders. Was ook nog de jongste van het team, dat ik die dag trainde. Gevolg van dit alles: Hij werd behoorlijk geplaagd door de rest. Aan alles was te merken dat dat plagen niet alleen tijdens de training maar ook op het werk gebeurde; de grappen & grollen over leeftijd, “hotel Mama” en z’n tongval waren niet echt nieuw meer. Gelukkig was ook aan alles te merken dat de plagerijtjes een ondertoon van sympathie hadden; het subtiele maar belangrijke verschil tussen plagen en pesten. Michel (laten we ‘m zo noemen) kon er prima om lachen en liet zichzelf ook niet onbetuigd, maar hij moest wel aan de bak om alles te incasseren en te pareren. Een behoorlijk roerige groep dus – ook ik moest alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat ’t alleen maar “lollig” was, en dat er ook nog gewerkt en geleerd werd, die dag.
Michel was een nieuwkomer in het team. Sinds een paar jaar in dienst, en sinds kort coördinator. Een pittige klus in een team met mondige medewerkers, vaak ’n beetje “type rouwdouwer”, veel lange dienstverbanden, ouwe rotten in het vak. En dan ook nog dat accent, en die leeftijd. Ga d’r maar aan staan.
We (mijn trainingsacteur en ik) hadden wel een beetje zorg om Michel in de groep. We letten er goed op dat hij niet ondersneeuwde onder de rest, en voldoende aan bod kwam zodat ook hij kon leren gedurende de dag. Dat is je verantwoordelijkheid als trainer: Zorgen voor veiligheid in de groep, tijdig subtiel begrenzen van de lol & plagerijen, en elke deelnemer de ruimte geven om z’n vragen te stellen en z’n zegje te doen. Zodat hij uit de verf kon komen. Nou, dat deed Michel. En hoe.
Na de lunch oefenen de deelnemers met de acteur. We vroegen Michel om het spits af te bijten. Daarmee zetten we hem een beetje voor het blok, met het idee dat de stof daarna alleen maar lastiger zou worden – Michel kon zo groeien in zelfvertrouwen, en daarna lekker leren door te kijken naar zijn collega’s. Maar Michel verbaasde ons, en zijn collega’s! Hij zat in de stoel, zette ogenschijnlijk zijn coördinator-knop aan, en gaf een onberispelijk gesprek ten beste. Een open houding, rustige coöperatieve manier van luisteren en spreken, hij beantwoordde alle vragen van zijn medewerker, stelde zelf de juiste (en open) vragen, liet de medewerker zelf nadenken, was compleet in zijn informatie, vatte samen en rondde af. Hij nam en behield de regie, bleef in “the lead” terwijl hij zijn collega uiterst serieus nam en in zijn waarde liet. Iedereen leerde van Michel!
De moraal van dit verhaal? Goed (aankomend) leiderschap heeft niet zoveel te maken met leeftijd, of met ervaringsjaren. Natuurlijk helpt dat, maar het waardevolste is toch je persoonlijkheid, je vermogen om jezelf niet zo belangrijk te maken, de oprechte belangstelling en respect voor de mensen waarmee je werkt, het talent om te ontwikkelen en je bereidheid om te leren. Dat heeft Michel allemaal in overvloed. Een pareltje in deze trainingsgroep!