Hij keek een beetje sip, de man tegenover me. Ik sprak hem op vrijdagmiddag, via Teams. Dat had gelukkig niet meer zozeer met Corona te maken, als wel met zijn voorkeur om voor dit kennismakingsgesprek reistijd te besparen. Na enige twijfel was ik akkoord gegaan. Want natuurlijk ben ik in de Coronatijd ook aan het Zoomen en Teamsen geslagen, en omarm ik de efficiencyvoordelen die dat oplevert. Maar tegelijkertijd is efficiency voor mij niet altijd het hoogste goed, en ga ik veel liever voor de kwaliteit van een gesprek. En eerlijk is eerlijk, bij het soort gesprekken dat ik beroepshalve meestal voer is het vrijwel altijd veel beter, informatiever, completer om een persoon in z’n geheel te ontmoeten en te zien. Niet alleen maar een gezicht te zien, en tegen een scherm te spreken. Maar goed, nood breekt wet. Via Teams dus.
Deze man, midden veertig, werkt in een grote organisatie in het hoger onderwijs. Al jarenlang in deze branche, en al ruim 10 jaar in deze onderwijsinstelling. Inhoudelijk een mooie baan, zo vertelde hij mij. Maar hij voelt zich niet gezien, en niet gewaardeerd door de organisatie. Hij voelt zich een nummer en betichtte zijn teamleider van vriendjespolitiek. De energie van het begin is een beetje weg, en zijn vlakke stem en sippe gezichtsuitdrukking onderstreepten dat. Aan de teamoverleggen doet hij ook maar niet meer mee, die worden altijd gepland op een moment dat hij moet lesgeven. Wordt ook al geen rekening mee gehouden.
“Hoe komt het dat je het gevoel hebt dat er vriendjespolitiek wordt bedreven?” vroeg ik hem. En hij vertelde dat hij al een hele tijd geleden aan zijn teamleider had verteld dat hij een training wilde volgen. Daar niets meer over had gehoord. En vorig jaar opeens hoorde hij dat collega x met diezelfde training was gestart. Dat kon dus niets anders dan vriendjespolitiek zijn. Ik liet expres een lange stilte vallen.
“Hoe zou je willen dat het wordt?” vroeg ik ‘m na een tijdje. Hij zweeg en dacht na. “Ach ja, ik ben ook zelf wel een beetje afgehaakt. Misschien moet ik er wat meer aan trekken. De fut is er wat uit”, zei hij. Er volgde een gesprek over zichtbaarheid en deelname. Over van de partij zijn (bij teamoverleggen, bijvoorbeeld) en ook echt participeren, je partijtje meespelen. Over wie er verantwoordelijk is voor jouw ontwikkeling en ontwikkelwensen. Wat je zou kunnen doen, als een teamleider jou geen terugkoppeling geeft en jou niet lijkt op te merken. Wat als je zelf terugkoppeling zou gaan halen? Als je zorgt dat je meetélt, door mee te dóén? Te vertellen wat je wilt, in plaats van de ander daarnaar te laten gissen?
Afijn, het werd wel helder in ons Teamsgesprek: Slachtofferen helpt niet. Op zoek gaan naar verklaringen voor je slachtoffergedrag evenmin. Goede voornemens wél. Communiceren, vertellen wat je wilt. Concrete plannen maken. En die dan ook uitvoeren. Lekker zélf aan het stuur gaan zitten, en zo je eigen route bepalen. Dikke kans dat je dan daar uitkomt waar je wilt zijn.