Vorige week gaf ik ‘m weer eens aan een cliënt als huiswerk mee, de opdracht “Werkidentiteit”. Altijd een mooie uitnodiging om iemand zijn of haar fantasie de vrije loop te laten, en volop te dromen over – ja, over die droombaan.
De oefening is gebaseerd op de “Droombaan” die ik ooit las in Het Werkvormenboek, dat ik al in 2010 aanschafte, en dat vol staat met allerlei praktische opdrachten en werkvormen voor iedereen die nadenkt over (ander) werk & loopbaan. Zo gaat ‘ie:
Je gaat drie verhalen schrijven over de baan van je dromen. Dat is een baan die je vanuit je fantasie zelf bedenkt. In die baan zit alles wat je belangrijk vindt. Je kunt je talenten er goed in kwijt, je werkt waar en met wie je dat het liefste wilt. Je verdient wat je wilt en je geniet van wat je doet. Je start met het lukraak opschrijven van steekwoorden, en kijkt dan welke steekwoorden overeenkomsten of raakvlakken hebben. Groepeer ze en kijk nog eens naar de samenhang. Uiteindelijk kies je maximaal 3 mogelijke opties, die je elk uitwerkt in een verhaal over je droombaan.
Deze verhalen vertel je aan iemand (je loopbaancoach, of je partner, of je vriend of de buurvrouw) die jou vervolgens bevraagt: Welke talenten komen vooral aan bod in de verhalen? Wat valt op? Ziet hij/zij jou dit soort werk doen? Kent hij of zij iemand die zo’n droombaan heeft? Hoe heeft diegene dat bereikt? Kun je kontakt met diegene leggen? Welke adviezen zijn er voor jou? Hoe kun je je fantasieverhaal realistisch maken?
Als ik met een cliënt de nabespreking van deze opdracht doe, ontstaat er altijd als vanzelf een werkplan op een groot flipovervel. De ene suggestie leidt weer tot het volgende idee en de daaropvolgende actie, en zo brengen we elkaar op steeds meer ideeën – die allemaal op de flipover komen. Dat geeft energie en zorgt voor vertrouwen in de haalbaarheid. Volop kansen om op onderzoek uit te gaan bij mensen die de cliënt kent, of uit mijn eigen netwerk, om daarna een gefundeerde keuze te maken voor één van de drie verhalen. Er blijken altijd wel lijntjes te zijn met mensen die je direct of indirect al kent, die jou weer een stap verder kunnen brengen. En het leuke is: De meeste mensen vinden het fijn om iemand te kunnen helpen, en doen dat graag.
Wil jij dat ook? Probeer de oefening maar eens uit. Of neem mij, of een collega-loopbaanadviseur, in de arm zodat je samen met een professional aan slag kunt. Volgende week bevat mijn wekelijkse woensdagblog daarvoor een heel mooi en compact voorstel. Wordt aan gewerkt.