Vorige week sprak ik hem weer; Tony, mijn cliënt die zich sinds een paar maanden door mij laat coachen. Begin 40, coördinerende baan. Werkzaam in een mannenbedrijf, met een competitieve machocultuur, in het midden van het land. Zijn leerdoelen liggen op het vlak van het begrenzen van zijn rol in het werk. Hij wil graag leren hoe hij zijn collega’s een beetje beter “op afstand” kan houden, zijn eigen grenzen kan aangeven én bewaken (want met aangeven alleen ben je er niet, in dit bedrijf). Hoe hij verantwoordelijkheden kan beleggen op de juiste plek, in plaats van alles zelf te doen – en daardoor altijd degene te zijn die het licht uit doet.

Sinds afgelopen maart voeren we daar goede gesprekken over. Tony is, letterlijk en figuurlijk, een stevige kerel. Rustig, bedachtzaam, vriendelijk. Soms misschien een beetje té vriendelijk, waardoor hij af en toe over zich laat lopen. Hij is consciëntieus in zijn werk, betrokken bij zijn werkgever, resultaat- en kwaliteitsgericht. Ga er maar aan staan om dan ook “nee” te leren zeggen. Om ook dat rustig en bedachtzaam te doen. Met oog voor de werkrelatie met je collega’s, want ook dat is van belang.

Tony levert altijd keurig een dag of twee voor onze volgende afspraak zijn casus aan; praktische onderwerpen, concrete vragen, goed voorbereid. Dat zorgt er mede voor dat onze gesprekken constructief verlopen en dat hij nu al merkt en voelt dat hij stappen zet, en groeit. Hij weet steeds beter wat hij wil, en wat niet. En ook hoe hij dat kenbaar kan maken.

Voor onze vorige afspraak mailde hij me over een aanbod dat zijn leidinggevende hem had gedaan. En dat bij hem wel eventjes een dilemma opleverde. Wat speelde er? Tony’s teammanager gaat binnenkort met pensioen. Er moet een opvolger komen. En daarbij werd gekeken naar Tony. Sterker nog, hij kreeg van zijn manager de vraag of dat niet wat voor hém zou zijn. Tsja, eervol natuurlijk, en vleiend. Het zou een mooie promotie voor hem zijn. Maar bij Tony sloeg lichte paniek toe. Hij zit immers middenin een leer- en ontwikkeltraject. En hij houdt zo van de inhoud van zijn werk. Leidinggeven, hij? Nooit aan gedacht. Ook nooit gewild, eigenlijk. In zijn vak is nog zoveel gaande. Volop ontwikkelingen, maatschappelijk relevant, hij is er nog lang niet op uitgekeken. En zou dat managen nou wel zo leuk zijn? Al dat gedoe met medewerkers, met budgetten, het gehijg van de directie in je nek…

Hij vroeg me letterlijk “denk je dat ik daar gelukkig van word?”. Ach, meestal is de vraag stellen ‘m beantwoorden, toch? We spraken wat over de voor- en nadelen, de verschillen en de overeenkomsten, maar eigenlijk was Tony er al snel uit. Hij gaat het niet doen. Ondanks de salarisverhoging, de auto en de status. Zijn huidige baan bevalt hem veel te goed. Over grenzen aangeven gesproken. Tony leert snel 😉