“De lunch is geregeld. Zonder paprika 🫑uiteraard. Want wie eet er nou paprika” – stond in de bevestiging van de schrijftraining “Beter Schrijven”, die ik een tijdje geleden volgde. Er stond nog wel meer in; bijvoorbeeld hoe laat we exact gingen beginnen, in welke ruimte de training was enzovoort – maar deze bevestiging van mijn lunchwensen (het mag duidelijk zijn: ik gruwel van paprika!) was toch wel echt hilarisch. Ik kreeg er nóg meer zin in de training van. 😄
En toen was het zo ver. Maandagmorgen, een zaaltje ergens in een ontmoetingscentrum in Apeldoorn. Acht deelnemers, en de trainer. Wat een leuke dag. En wat leerde ik er veel! Korte zinnen gebruiken. Vaker een punt zetten. Geen te moeilijke woorden of ingewikkelde zinnen gebruiken. Je tekst omgooien, in plaats van chronologisch te schrijven. Jip & Janneke-taal (valt het al op?). En, oh zo belangrijk, het effect van humor in je teksten. 😃
En daar zit ‘m de kneep. Want humor, dat is toch iets voor thuis? Schriftelijke werktaal moet toch altijd feitelijk, droog, formeel zijn? Nee dus, leerde ik. En dat is wel nieuw voor me. Terwijl het mij in projecten of interim-opdrachten altijd erg goed lukt om met humor de boel wat los te schudden. Om in een vergadering, waarvan de setting met altijd-dezelfde-deelnemers wat sleets is geworden, een beetje de vermoorde onschuld te spelen door het stellen van een ongebruikelijke vraag. Waardoor de (meestal) heren-vergadertijgers wat ongemakkelijk op hun stoel gaan schuiven. Een ander perspectief gaan zien. Hun gewoontes opnieuw onder de loep nemen. En dat is dan ook mijn rol, natuurlijk. Maar geschreven woord, dat is voor mij als “taaltut” toch vooral zakelijk en feitelijk. Verslaglegging moet vooral kloppen. Offertes en opdrachtbevestigingen moeten formeel zijn. En algemene voorwaarden dekkend.
Gek toch, eigenlijk? Want, zoals de trainer heel terecht en fijntjes opmerkte: Als we solliciteren, zijn we in onze brieven opeens “werkzaam en woonachtig”. Geen mens gebruikt die uitdrukkingen in z’n spreektaal. Dikke onzin. Dus laten we stoppen met het opkloppen van onze schrijftaal. Niet alleen maar zeggen, maar voortaan ook schrijven waar het op staat. Vlot en toch persoonlijk schrijven, zonder wollige woorden. Origineel en creatief. En: met een beetje humor kom je ver, ongetwijfeld ook op papier! Hier zit dus mijn “stretch zone”. En er wordt aan gewerkt. 😆