Ze stuiterde op haar stoel, tegenover me aan tafel in mijn kantoor. “Oooh ja, dat is precies wat ik ook altijd meemaak! Wat herkenbaar!”
Het was ons tweede coachgesprek na de intake. En we spraken over haar persoonlijke overtuigingen. Die hebben we allemaal, tenslotte. Zowel stimulerende als belemmerende. Aan die eerste categorie doen we niet zo veel in de coaching. Behalve ze van een onbewust naar een bewust niveau tillen, door er een schijnwerper op te zetten. Zodat je ze voortaan ook bewust kunt gaan inzetten, als dingen niet “vanzelf” gaan. Je eigen stimulerende overtuigingen kunnen je dan, ja, stimuleren om tot actie over te gaan, verantwoordelijkheid te nemen, regie te pakken of meer (zelf-) vertrouwen te hebben. Heel fijn, niet te veel aan doen, dikke prima zo.
Anders wordt het bij onze belemmerende overtuigingen. Die zitten je soms danig in de weg. Belemmerende overtuigingen houden je af van datgene wat je eigenlijk juist graag zou willen. En een overtuiging is iets anders dan een opvatting, of een mening; overtuigingen zijn diepgeworteld en sturen ons gedrag. Jezelf opdragen om ze niet meer te hebben, of ze aan de kant te zetten, werkt dus niet. Dat is onrealistische spierballentaal en leidt vaak juist tot meer teleurstelling; “zie je wel dat ik niet goed genoeg ben, en het niet kan?” Beter is het om een beetje uit te zoomen en te kijken welk gedrag je als gevolg van jouw overtuiging vertoont. Als je er bijvoorbeeld van overtuigd bent dat je iets niet kunt, zul je je op je werk waarschijnlijk stil houden als er gevraagd wordt om deelname of deskundigheid.
We werken met een 4-stappenmodel dat begint met de overtuiging te benoemen. Daarna gaan we op zoek naar het bijpassende gedrag dat je vertoont, de reactie van je omgeving op dat gedrag, en jouw eigen reactie op die omgeving. Als jij je stilhoudt als er gevraagd wordt om deelname of deskundigheid, ligt het voor de hand dat jouw omgeving geen acht op je slaat. Je wordt dan niet opgemerkt, overgeslagen, en in de 4e en laatste stap is jouw reactie er waarschijnlijk een van “ze doen net of ik er niet ben, niemand vraagt mij, zie je wel dat ik niet goed genoeg ben”. Zo houd je je eigen belemmerende overtuiging in stand.
Beter is het om te kijken welk ánder gedrag je zou kunnen vertonen. Niet voorbijgaan aan jezelf of jezelf overschreeuwen, maar ander gedrag dat nog steeds wel bij jouw overtuiging past. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen “ik vind het wel spannend want ik weet niet zeker of ik het kan, maar zou het graag proberen”. Grote kans dat jouw omgeving daar best gehoor aan wil geven, en respect voor je heeft. En jouw reactie daar dan weer op? Dat is er waarschijnlijk eentje met een smiley 😉 En je weet: Zo vormt zich langzaam een ander, nieuw patroon. Een andere overtuiging die post kan vatten. Die zou in dit voorbeeld misschien kunnen luiden: “Mensen zijn bereid mij een kans te geven”. Kijk, die schrijf je straks dan lekker bij in je lijstje stimulerende overtuigingen.
Ontwikkeling noemen we dat. En mijn stuiterende cliënt? Die is daar heel hard mee bezig!